DE BURCHT - ALS DE TIJDEN KEREN
Thea-Warrior
Dichtbij de Sint-Hubertuskapel, aan de rand van de Kasteelvijver, liggen restanten van de burchtfundamenten. Hippolyte Boulenger kan deze ruïnes niet hebben gezien want volgens het wereldwijde web stamt de eerste opgravingscampagne uit de jaren 1942-1944 en is tussen 1982-1986 ongeveer de helft van het complex blootgelegd. Op de plek zindert de sfeer... o, wat mooi!
Volgens Maurits Bequaert (in Davidts, 1965) bevindt de oorsprong van het kasteel zich in de krijgsverrichtingen tussen de Noormannen en de Heer van Meerbeek. Kort na 860 heeft de laatste meerdere versterkingen met grachten, opgeworpen dammen en paalwerk gebouwd om de eersten de pas af te snijden. Zo ook een versterking te Vure.
In de twaalfde eeuw bouwt hertog Hendrik I van Brabant op de aarden neus tussen Maelbeek en Voer op het puin van een verwoeste vesting een burcht. Volgens Bequaert bestaat deze palts uit een gebouw dat drie maal zo lang als breed is met een kelder, twee verdiepingen en een spits dak. De aarden neus wordt doorbroken zodat er een eiland ontstaat. Tot het geheel behoort ook een woontoren, een zware muur met poortgebouw en natuurlijk een toegangsbrug. Volgens Davidts bouwt hertog Hendrik I op enkele tientallen meters afstand van zijn vestingpoort een romaans-ogivaal kerkje met een toren, welke vooral als uitkijk- en defensiepost moet dienen, want de bewoners van Vure wonen nog hogerop. De 'villakerk' vormt echter wel de voorloper van de huidige Sint-Jan-Evangelistkerk.
Davidts verhaalt verder dat in de loop der eeuwen de hertogen van Brabant grote herstel- en verfraaiingswerkzaamheden aan de burcht hebben uitgevoerd. Onder andere wordt aan het begin van de 14de eeuw een schitterende gotische ridderzaal van ruim 18 bij ruim 35 meter toegevoegd. Door tijdgenoten wordt deze beschouwd als de meest monumentale ridderzaal van hun tijd. In deze is het belangrijk om te onthouden dat vanaf de late middeleeuwen tot aan de negentiende eeuw het hertogdom Brabant het hart van de Nederlanden vormt: een politieke en culturele eenheid met ondermeer steden als Brussel, Antwerpen, Leuven en 's Hertogenbosch.
Als gevolg van de (godsdienst-)oorlogen en sleet heeft het kasteel veel van zijn luister verloren als de aartshertogen Albrecht en Isabella aan het begin van de zeventiende eeuw de burcht met het park tot hun buiten verkiezen. Davidts vertelt dat de herstelwerkzaamheden in 1608 worden aangevangen. Het paar laat nieuwe zalen bouwen, breiden het aanpalende park uit en de hele warande wordt door een hoge stenen muur omringd.
In 1741 wordt Karel van Lorreinen (van Lotharingen) landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden. Hij neemt zijn intrek in het Paleis van Nassau op de Koudenberg in Brussel èn in het kasteel van Tervuren. Park en kasteel worden wederom zorgvuldig hersteld en middels paardenstallen en koetshuizen voegt hij een nieuwe, elegante entree - het Hoefijzer! - toe.
Dan neemt de geschiedenis een wending. Prins Karel sterft op 4 juli 1780 in Vure, waarna het lichaam van de 68-jarige naar Brussel wordt overgebracht om daar begraven te worden. Tijdelijk wordt de overleden gouverneur vervangen, maar op 29 november 1780 sterft keizerin Maria Theresia en haar zoon Jozef II van Oostenrijk volgt haar op. Na de dood in 1765 van zijn vader Jozef I heeft hij reeds de titel van keizer geërfd.
Hoeveel pijn Vure dan overkomt, mag blijken uit de woorden van pastoor-deken Davidts:
'De keizer kwam hier toe op 21 juni 1781 te 5 uur 's morgens. Hij was in de nacht uit Leuven vertrokken en bleef gans de dag tot de late avond op het kasteel, waar hij alles bewonderde wat zijn oom Karel er had verwezenlijkt voor de herstelling van de gebouwen en het samenstellen van de prachtige kunstgalerij. Hij vertrok dezelfde nacht naar Brussel.'
'Bij zijn bezoek aan Vure heeft de keizer gezien dat de kerktoren moest heropgebouwd worden. Hij droeg mede de schuld dat de begonnen werken niet konden voortgezet worden. Na zijn vertrek uit het Hertogenkasteel, heeft hij voorzeker het besluit genomen deze aloude residentie weldra in een puinhoop te herscheppen. In 1782-1783 bleef van heel het gebouwencomplex geen steen meer recht, alleen de Sint-Hubertuskapel en het hoefijzer bleven gespaard; al het overige, de grote ridderzaal, de middenburcht, de versterkte omheining, de defensietoren van de ophaalbrug, alles, maar alles moest met de grond gelijkgemaakt worden. ... ... Men kreeg de indruk dat hij hier ter plaatse alles wilde opruimen wat Prins Karel enigszins in herinnering kon brengen. Voor Vure was het de genadeslag.'
Het mag duidelijk zijn, Hippolyte Boulenger heeft van het machtige kasteel geen glimp gezien. Een kanttekening wil ik wel plaatsen bij de acties van keizer Jozef II. Met het bewustzijn van de huidige tijd is het een misselijke streek, maar dan veronderstel ik dat aan het eind van de 18de eeuw eenzelfde liefde voor historische gebouwen zou hebben bestaan als nu in de 21ste eeuw, en dat is niet zo. Waarschijnlijk waren de ruimten te groot, te tochtig en te moeilijk te verwarmen. Niet voor niets had Karel van Lorreinen in Hoogvorst, behorend tot de Vrijheid van Vure, al een nieuw paleis laten bouwen. Prins Karel had dit paleis nog niet betrokken en volgens Davidts heeft keizer Jozef II dit nieuwe paleis eveneens laten afbreken. Al met al blijft er toch sprake van misselijk gedrag: een beetje de nieuwe leeuwenkoning die de welpjes van zijn voorganger doodt.
In de nabijheid van de ruïnes tref ik een bord aan met een afbeelding van een werk van Denijs van Alsloot (1570-1626). Op het schilderij is het kasteel vanaf de andere kant te zien. De Sint-Hubertuskapel, die op de binnenkoer van het kasteel ligt, is mogelijk in een toren aan de achterkant te herkennen.
Van Alsloot is hofschilder bij de aartshertogen Albrecht en Isabella geweest. In hun leven vol jacht en jool heeft het Park van Tervuren - hun Warande - een grote rol gespeeld. Met vertedering kan ik nu - 22 april 2022 - terugblikken; daar en dan weet ik nog helemaal niks van Isabella van Spanje ook niet van al haar eerbetoon aan haar echtgenoot Albrecht van Oostenrijk nadat hij is overleden. Daarover leer ik in de maanden na mijn bezoek aan Tervuren pas het nodige naar aanleiding van mijn studie naar het memorie-altaarstuk dat Jacques (Jacob) Jordaens in 1630 in opdracht van Isabella voor de Sint-Maartens-Abdijkerk in Doornik/ Tournai heeft geborsteld.
Het informatiebord hoort bij de 33ste editie van Open Monumentendag, die van 11 september 2021. Door de coronavirus-lockdown hebben culturele instellingen de mooiste initiatieven buiten ontplooid. De pelgrimstocht naar het verdwenen Kapucijnenklooster in het Zoniënwoud behoort daartoe. De route is versierd met muziekfragmenten, poëzie en schilderkunst. Eigenlijk zijn mijn man en ik precies op tijd hier, want na morgen wordt de bewegwijzering verwijderd, maar ik heb met hem net de afspraak gemaakt de Warande verkennen! Bij de weemoedige klanken van het Adagio van Eleni Karaindrou voor de film 'Landschap in de Mist' sta ik over de ruïnes van het kasteel en de Kasteelvijver uit te kijken. Waaaauw!
Bronnen
- Davidts, J.-E. (1965). Geschiedenis van de Parochie TERVUREN en de SINT-JANSKERKEN. Mechliniae: P. Theeuws.
- Hertogdom Brabant. Op 22 april 2022 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Hertogdom_Brabant
- Karel van Lorreinen. Op 22 april 2022 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Karel_van_Lotharingen_(1712-1780)
---> 334 IN DE WARANDE - DEEL 3 - Licht door de Natuur en de Tijd