ZEG MAAR DAG MET HET HANDJE
Thea-Warrior
Waarschijnlijk zijn er meerdere redenen waarom de Tour des Six is afgebroken. Omdat ik het waarom van de afbraak probeer te begrijpen, stort me ik me op de geschiedenis en architectuur van het gebouw.
In 'Tournai Ancien et Moderne' van Bozière (1864) vertelt schepen Ph. de Hurgues dat de naam Tour des Six stamt uit de tijd voordat de Raden (de Consaux) functioneren, dus voor 1300. In die tijd bewaken zes personen van goede naam, gekozen door en uit de gemeenschap, de drieënveertig meter hoge archieftoren waarin de charters (zoals vrijbrieven, testamenten, schenkingsaktes, bewijzen van woningverkoop, raadsbesluiten en allerlei andere juridische documenten) worden bewaard.
Twee keer vliegt de toren in brand - wie had het over vuur!?. De eerste keer tijdens een aanval door Noormannen, de tweede keer in 1213 als Ferrand van Portugal de stad verovert. Beide keren wordt de Tour des Six opnieuw opgebouwd.
Bozière (1864) vertelt dat de Tour des Six een perfect vierkante plattegrond bezit, elke zijde twaalf meter lang met muren van tweeënhalve meter dik. Het vierhoekig dak bestaat uit vier gelijkzijdige driehoeken en wordt bekroond door een verguld banier versierd met het wapen van de stad. De totale constructie is zeer solide. In de toren is via wenteltrappen en smalle, donkere galerijen de dik achtentwintig voet hoge kluis, de zogenaamde Ferme, te bereiken. Als bescherming tegen brand bevinden zich zowel aan de onder- als bovenkant van deze archiefzaal stenen gewelven en zijn de twee ramen voorzien van ijzeren staven. Het oppervlak bedraagt veertig bij vierentwintig voet, en per jaar worden er in zakken op stellages de aktes van de stad bewaard. Elke zak is voorzien van een houten etiket met daarop de namen van de burgemeester en wethouders van het betreffende jaar. De oudste archiefstukken bevinden zich bovenaan op de stellages en de jongste onderaan.
De Ferme is enkel bereikbaar door na elkaar drie massieve deuren te openen. Volgens De Hurgues zijn daartoe vier grote sleutels in handen van verschillende functionarissen. De burgemeester bezit een grote en een wat kleinere sleutel voor de laatste deur, de eerste deken-wethouder de sleutel van de tweede deur en de tweede deken de sleutel van de buitenste deur. Daarnaast kent de begane grond nog een toegangsdeur, waarvan de derde deken de sleutel bezit.
Ik probeer me het voor te stellen: een raam in een muur van tweeënhalve meter dik... een mooi donker gat! Overigens moet de voet destijds in Doornik korter zijn dan de huidige 30,48 centimeter. Dit moet omdat in een toren met zijden van twaalf meter en met muren van tweeënhalve meter dik een zaal maximaal een lengte van zeven meter, namelijk 12 - (2 x 2,5), kan hebben en geen lengte van 40 x 30,48 = 12,19 meter. Hm, misschien waren de muren bovenaan smaller, maar zelfs dan past een lengte van 12,19 meter niet!
Rond 1234-1237 wordt volgens Bozière voor de Tour des Six aan de noordwestkant een stadhuis - de Halle des Consaux - gebouwd. De voorkant van dit gebouw is oorspronkelijk voorzien van zes spitsboogramen, die de zalen op de etage van daglicht voorzien. Aan het begin van de zeventiende eeuw wordt tegen de façade van de Halle een galerie met verlaagde bogen opgetrokken met in het midden een dubbele trapopgang naar de hoofdingang. De eerste verdieping wordt voorzien van rechthoekige ramen. Onder de opgang bevindt zich een deur die toegang geeft tot de publieke waag, en in het verlengde van de Halle wordt aan de noordoostkant een kapel opgetrokken met daarbij twee gevangenissen.
Na 1187, als de Franse koning Philips Augustus aan Doornik het klokrecht heeft verleend, wordt de eerste versie van het Belfort - volgens het wereldwijde web een toren van 30 meter hoog - gebouwd. Waarschijnlijk op het fundament van een Romeinse toren, die tot de eerste stenen omheining van de stad behoort. In 1294 wordt in de hoogte veertig meter aan dit symbool van stedelijke vrijheid en macht toegevoegd.
In de tweede helft van de veertiende eeuw wordt tussen het Belfort en de Halle des Consaux de Halle van de Dekens van de Kunsten en Ambachten - de Halle van de Gilden - gebouwd. Aan de voorkant is dit sierlijke gebouw versierd met beelden van de Maagd, Sint-Piat en Sint-Eleutherius. Als deken van het schildersgilde heeft Robert Campin hier zeker vergaderd en feestgevierd. Als het goed is, heeft hij binnen zelfs een schildering aangebracht.
Terug naar de archieven in de Tour des Six. Volgens Bozière vormen ze een ware schat; aan het begin van de zeventiende eeuw bevinden zich in de Tour nog een aantal, met groene was bestreken, houten tabletten waarop met zilverstift enkele belangrijke, gemeentelijke, gebeurtenissen zijn genoteerd. Behalve archiefstukken bevinden zich in de Tour des Six ook waardevolle vazen; schenkingen van de eerste magistraten op het moment van hun toetreding tot de Raden.
Bart Verroken vertelt dat een baron uit Beaune, een zekere M. de Joursanvoult, reeds vóór 1789 een uitgebreide verzameling belangrijke charters opkoopt. In elk geval 4117 Doornikse chirografen ofwel afschriften uit de periode 1214 tot 1399.
Dan begint echter in 1789 de Franse revolutie. Bozière vertelt dat op 23 november 1794 Dommange, de commissaris van oorlog, de gerechtszaal betreedt en papieren toont waaruit blijkt dat hij bevoegd is om de bekers van goud en verguld zilver weg te halen die zich sinds onheuglijke tijden in de Tour des Six bevinden.
Verroken onthult ook dat het laatste (handgeschreven) afschrift in 1795 voor de Doornikse schepenen is geregistreerd. Volgens hem hebben de leidinggevende burgers van de Franse revolutie het niet begrepen op de schriftelijke getuigen van het Oude Bewind (van het Ancien Regime) en is het geen prioriteit om deze documenten, die in vele gevallen de ongelijkheid tussen burgers juridisch bekrachtigen, verzekerd te bewaren.
Terwijl de Kamer van de Gilden in 1795 wordt opgeheven, doet de Halle des Consaux volgens Bozière nog tot in het begin van de negentiende eeuw dienst als spartaanse, gemeentelijke vergaderzaal. Korte tijd wordt geprobeerd de façade te verjongen door deze te bekladden met de nationale kleuren, maar dan wordt de Halle door een toevallige omstandigheid verlaten. Op 21 september 1809 krijgt burgemeester de Rasse van Doornik namelijk het bericht dat er logementen voor gewonde soldaten moeten worden opgeleverd. Onmiddellijk stuurt hij de kermislui, die zich zoals gebruikelijk aan het begin van september in de Halle des Consaux hebben gevestigd, weg en laat hij de zieken vanuit het hospitaal Notre-Dame naar het gebouw overplaatsen. Hierop kunnen de gewonde militairen in het (waarschijnlijk beter geoutilleerde) ziekenhuis worden opgenomen. Vanaf genoemd moment zetelt de gemeentelijke administratie in de kwartieren van de Abdij van Sint-Maarten, en volgens Bozière (1864) leidt deze maatregel ertoe dat Doornik dan het meest mooie hôtel-de-ville, in moderne stijl, van heel België bezit.
Als de zieken in Halle des Consaux zijn ondergebracht, plunderen ze deels de archieven. Ze verkopen aktes of gooien deze gedesillusioneerd in de beerput. Niet alles verdwijnt, want voordat de Tour des Six rond 1820 wordt gesloopt, wordt een deel van het gemeentelijk archief ondergebracht in de Burgerlijke Rechtbank. Volgens een ooggetuige, stelt Bozière, worden de charters en registers, zelfs de meest waardevolle stukken, zonder voorzorgsmaatregelen uit de ramen naar buiten gegooid. De eeuwenoude documenten worden beschouwd als nutteloze paperassen, en meerdere keren worden bundels perkamenten tegelijk met kasseien verkocht. Blijkbaar zijn de twee koude, deels donkere, gebouwen uit de tijd geraakt. De massieve Tour des Six zou best behouden kunnen blijven maar de gemeente heeft behoefte aan een concertzaal en een nieuw politiebureau met cellen. De unieke, middeleeuwse gebouwen verworden tot steengroeven.
Wat de archieven betreft... volgens Verroken start een zekere Gachard in 1822 met het classificeren van de overgebleven documenten, maar in het algemeen hebben onderzoekers, genealogen, historici en filosofen in de daaropvolgende decennia het nakijken. Om een lang verhaal kort te maken: in 1899 worden vanuit Engeland, met goedkeuring van de minister van Landbouw van België onder wie het cultuurbeleid valt, voor het bedrag van 2570 Pond een groot deel van 20000 aan Doornik gerelateerde charters aangekocht. Waarschijnlijk zijn ze afkomstig uit de vele zakken Doornikse chirografen - 160 volumes - die Sir Thomas Phillipps in 1822 heeft opgekocht tegen de prijs van het gewicht in perkament.
In 1903 blijkt, uit een boeken- en manuscriptencatalogus, dat het kasteel van Boussu in Henegouwen originele werken bezit over de geschiedenis van Doornik in de 17de en 18e eeuw èn dertig originelen uit de periode 1282-1366. Maar aangezien het kasteel van Boussu in de Tweede Wereldoorlog door de Duitse Luftwaffe als munitiedepot wordt gebruikt, blazen deze lieden het kasteel op 2 september 1944 op... ... met de vriendelijke groeten aan...
Alle inspanningen om de vele duizenden kostbare Doornikse chirografen terug te brengen naar Doornik of België worden in mei 1940 hopeloos teniet gedaan als het onschatbare (terugvergaarde) fonds ten prooi valt aan de vlammen bij de quasi totale vernietiging van het stadsarchief van Doornik en het rijksarchief te Mons... ... ... Amen!
Bronnen
- Belfort van Doornik. Op 26 februari 2022 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Belfort_van_Doornik
- Bozière, A.F.J. (1864). Tournai Ancien et Moderne. Tournai: Adolphe Delmée.
- De Doornikse chirografen. Op 5 november 2021 en 25 februari 2022 van http://www.verroken.be/chirograaf.htm
---> 319 DE GROTE GEOMETER - De G en de Vlammende Ster