WAT TE DOEN, EN HOE?
Thea-Warrior
Na de ongeregeldheden begin juni 1423 wordt, volgens Feder (1966) het stadsbestuur in Doornik uitgebreid met door de bevolking gekozen vertegenwoordigers uit de parochies en gilden. Het nieuwe 'Consaux' gaat essentieel democratisch functioneren. Zo kiezen op 9 juni 1423 de schilders Robert Campin als deken van hun vereniging en inherent hieraan wordt hij de onderdeken van de overkoepelende corporatie van goudsmeden, waartoe ook juweliers, lood- en tingieters, glazeniers en schoolmeesters behoren. Gekozen door de leden participeert meester Campin in het nieuwe stadsbestuur.
Feder (1966) meldt dat sommige van de oude ambtenaren aanblijven, omdat hun vaardigheden nog nodig zijn, maar deze personen krijgen minder macht toegekend. Het lichaam van dekens en onderdekens is het belangrijkste van de vier colleges die de gemeenschap besturen.
In zijn nieuwe functie moet Robert Campin op 23 juli 1423 dus officieel bij de ontvangst van bisschop Jean de Thoisy en bij de terechtstelling van Gilles Meursalt aanwezig zijn. De eerste taak die het stadscollege zich stelt, is het opstellen van staturen, van de verordeningen, om de gilden te besturen. Hoewel ze absoluut het welzijn van de stad behartigen, blijken ze niet in staat om de steun te organiseren van alle segmenten van de bevolking, want volksmenners weten zichzelf aan de bevolking te presenteren als de echte kampioenen van de vrijheid. Jean de Bléharies, Jean Canet en Jean Martin zijn de leiders van deze opportunisten, en soms kunnen ze - met hun wapens - het bestuur hun wil opleggen. Hoewel de dekens proberen te voorkomen dat mensen eigen rechter spelen, vermeerderen de aanvallen op patriciërs, die Bourgondië goedgezind zijn. Velen vluchten de stad uit (Feder, 1966).
Volgens Lorne Campbell (1974) houdt Campin van 1425-1427 kantoor als kapitein van zijn kwartier en is hij een van de zes klerken van de rekenkamer van Doornik, ook provinciaal voert hij taken uit. Als 'eswardeur' hoort hij bij het kiescollege.
1426 is volgens Feder (1966) een beroerd jaar, alhoewel de Doornikenaren in maart een nieuw veiligheidsverdrag met hertog Philips van Bourgondië sluiten. Rond april teistert de pest de inwoners en velen sterven, waaronder mogelijk de vader van Rogier van der Weyden. Honderden anderen ontvluchten de stad: de economie stagneert. Als zijn vader sterft, erft Rogier van der Weyden, niet. Feder veronderstelt dat hij eerder zijn kindsdeel al uitbetaald heeft gekregen en daarvan is gaan studeren.
Later in dit jaar blijkt dat hertog Philips de gevluchte aristocraten, die zich in de buurt van Antoing bevinden, van wapens heeft voorzien. Het lijkt me niet bevorderlijk voor de Doornikse handel. De chaotische situatie is een kolfje naar de hand van demagogen die de inwoners oproepen bijeen te komen op de Place du Becquerelle, noordelijk van de Schelde. Van de toehoorders daar krijgen ze toestemming om bepaalde mensen te executeren. Het gevolg is dat nog meer mensen Doornik ontvluchten (Champion en De Thoisy, 1943).
Voor Campin wordt het jaar 1427 een jaar met een bijzondere gebeurtenis; hij wordt verwacht in Parijs. Hoe ik dat weet? Het wereldwijde web heeft geholpen. In 2016 heeft het Aankoopfonds Claire et Michel Lemay een velijnen manuscript aangekocht waarin Robert Campin twee keer wordt genoemd. Het document van 11 november 1427 bevindt zich op dit moment in het Staatsarchief van Doornik, en betreft een rechtszaak die in 1427 voor de rechtbank van Parijs is behandeld (Erfgoed!, 2016). Op het perkament staat beschreven dat Robert Campin met twee collega's, parochianen van de Sint-Pieterskerk in Doornik (zuidelijk van de Schelde!), voor de rechtbank moet verschijnen. Samen lijken ze de armentafel te beheren. Voor zover ik weet, sponsoren in de vijftiende eeuw de rijkere parochianen en gildeleden deze armentafel.
Arnold de Lielscamp, stalmeester-foerier van koning Karel VII (al is hij nog niet officieel gekroond) heeft de drie heren - ik neem aan dat ze alledrie van het mannelijk geslacht zijn - beschuldigd. De Lielscamp is de hoogste ambtenaar van de organisatie, van het gebouw, dat de bevoorradingen beheerd. Hoe de beschuldiging luidt? Geen idee. Of ze schuldig zijn? Geen idee. Of ze veroordeeld zijn? Geen idee, maar hier lijkt iemand namens het Franse koninkrijk in actie te zijn gekomen.
Volgens Champion en De Thoisy (1943) krijgt het Stadsbestuur via kanselier Jean de Thoisy te horen dat Doornik dit jaar aan hertog Philips de Goede een bedrag van 15.000 gouden ecu's moet betalen om weer een jaar veilig door de contreien te kunnen gaan; dat de geestelijkheid niet mee hoeft te betalen aan de vereiste som; dat de vluchtelingen hun bezittingen ongestraft weer moeten kunnen opeisen, en dat ze snel antwoord moeten geven of ze akkoord gaan.
In de zomer van 1428 zorgen de volksmenners opnieuw voor agitatie in de straten van Doornik. Ze krijgen de steun van een deel van de burgers, die waarschijnlijk hopen dat aldus een uitweg wordt gecreëerd richting betere handelsomstandigheden.
In het openbaar worden de dekens van het college beschuldigd van extravagantie, het verduisteren van stadsfondsen en voorkeursbehandelingen bij aanstellingen. Na een onafhankelijk(!?) onderzoek vallen de dekens in ongenade (Feder, 1966).
Ik vraag me af of een en ander nog betrekking heeft op de rechtszaak uit het jaar daarvoor in Parijs. Geen idee, in elk geval is Robert Campin, volgens Campbell (1974), in dit jaar nog wachter in de Sint-Pieterskerk van Doornik.
Eerst gelooft de massa de demagogen, maar dan vallen de laatsten eveneens in ongenade. De volksmenners proberen door het aantrekken van de dekens van de wevers, bontwerkers, kappers, leerlooiers, touwslagers, ploegers en arbeiders nog aan het langste touw te trekken, maar dit plan mislukt. Jacques de Bléharies, zijn luitenant en enkele anderen worden geëxecuteerd. In het stadsbestuur ontstaat een vacuüm, waardoor de meest conservatieve elementen hun kans ruiken en zij de controle weer naar zich toe weten te trekken. Op 14 december 1428 wordt door het Stadsbestuur een wet geaccepteerd die de vluchtelingen toestaat, terug te keren naar Doornik, het is het einde van de commune (Feder, 1966). De patriciërs, aanhangers van hertog Philips keren terug naar hun bezittingen en hun functies in de verarmde en geruïneerde stad.
De jaren hierna kenmerken zich door vergeldingen en venijnige straffen. Serieuze veroordelingen (executies) voor degenen die als meest verantwoordelijken worden beschouwd, wat minder ernstige voor degenen die minder-aansprakelijk zijn.
Ik heb het al verteld; het wereldwijde web verhaalt erover... in de winter van 1429 wordt een lid van het schildersgilde beschuldigd van opruiende opmerkingen. Aangezien deken Robert Campin (dat is hij nog steeds!) weigert te getuigen om de gildebroeder te beschuldigen, wordt dit beschouwd als het achterhouden van de waarheid, en daarom wordt hij eveneens veroordeeld. De straf bestaat uit het betalen van 20 pond; het maken van een bedevaarttocht naar Sint-Gilles du Gard in de Provence en hij mag in de stad nooit meer een publieke functie bezetten.
Saint-Gilles du Gard ligt nabij Nîmes aan de Middellandse Zee in Zuid-Frankrijk, dus meer dan 950 kilometer van Doornik vandaan. Naar mijn mening een schrijnende veroordeling, maar deze en de rechtszaak in Parijs geven helder aan op welke manier een inwoner van Doornik in de eerste helft van de vijftiende eeuw knel kan zitten tussen strijdende partijen. Ik vraag me af waar de veroordeling is uitgesproken. In Doornik? In een civiele of kerkelijke rechtbank? Als straf een bedevaart inhoud, wijst dit richting een kerkelijke rechtbank. Die van het kapittel? Die van bisschop Jean de Thoisy? Ik neem aan dat Robert Campin zich heeft moeten afmelden bij de twaalfde eeuwse benedictijnenabdij Saint-Gilles du Gard.
Als het goed is, komt Robert Campin ongeschonden terug uit Saint-Gilles du Gard of misschien is de straf wel omgezet in een geldelijke boete. Maar blijkbaar is het niet genoeg want volgens Feder (1966) wordt hij-als-getrouwd-man twee jaar na 1429, dus in 1431, beschuldigd van jarenlang overspel; van een smerig en losbandig leven met Leurence Polette. Wie heeft deze beschuldiging aanhangig gemaakt? Zijn echtgenote? Een beetje laat na jaren! Van wie is de veroordeling; de uitspraak? Wordt 'overspel' in een kerkelijke rechtbank bestraft? Is de rechtbank van het kapittel in het spel? Is bisschop Jean de Thoisy in het geding? In 1432 is Robert Campin tussen de 54 en 57 jaar oud, zijn echtgenote Elisabeth van Stockhem is zeven jaar ouder dus 61 tot 64 jaar. Kinderen hebben ze niet. Volgens mij heeft hij zijn echtgenote niet bij het straatvuil aan de straatkant gezet. Welk voordeel kan een aanklacht voor haar hebben? Heeft hij jarenlang een jongere vrouw/ minnares gehad? Vast, de hele kwestie is gewoon vooropgezet spel om iemand diep in zijn hart te treffen. Zoals bekend, luidt de veroordeling op 29 juli 1432 één jaar ballingschap. Door deze uitspraak kan het schildersatelier van Robin Campin geen opdrachten meer aannemen. De intieme leefgemeenschap van jaren en het gezamenlijke werkdomein worden uit elkaar gerukt alsof er een bom is ontploft.
Bronnen
- Afbeelding 'Portret van een Man'. Robert Campin (ca.1435) - Publiek Domein via Wikimedia Commons
Op 31 mei 2021 van https://en.wikipedia.org/wiki/A_Man_and_A_Woman_(Campin)#/media/File:Robert_Campin_013.jpg
- Campbell, L. (1974). Robert Campin, the Master of Flémalle and the Master of Mérode. The Burlington Magazine, 116(860), 1974, pp. 643-646. JSTOR.
Op 22 juni 2021 van https://www.jstor.org/stable/877868
- Erfgoed! (2016). Processtuk met vermelding van Robert Campin - 11 november 1427. Staatsarchief Doornik.
Op 6 juni 2021 van https://www.erfgoed-kbs.be/collectie/processtuk-met-vermelding-van-robert-campin
- Feder, Th., H, (1966). A Reexamination Through Documents of the First Fifty Years of Roger Van Der Weyden's Life. The Art Bulletin, 48:3-4, 416-431.
Op 7 juni 2021 van https://doi.org/10.1080/00043079.1966.10790824
- Robert Campin. Op ... van https://nl.wikipedia.org/wiki/Robert_Campin
- Rogier van der Weyden. Op ... van https://nl.wikipedia.org/wiki/Rogier_van_der_Weyden
- Saint-Gilles (Gard). Op 22 juni 2021 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Saint-Gilles_(Gard)
---> 238 HET VLAMMENDE PROTEST - Volgen van de Gedachtengang