194 HET KRISTAL

Het kristal met het vierkant van de ontbrekende kristalpunt.
Het kristal met het vierkant van de ontbrekende kristalpunt.

CONTACT MET JEZUS

Thea-Warrior

 

Op  10 maart is het wederom keuzevakavond 'Inleiding in de Sjamanistische Traditie' voor studenten in lokaal 017A. Op het programma staat deze keer ondermeer een Reis met een Steen. De studenten hebben ieder een zo gewoon mogelijke steen, geen halfedelsteen of zo, meegebracht. Met de eigen steen in een van hun handen gaan ze reizen, via een geleide meditatie.

 

Vooraf vertel ik over de vondst van 'mijn Steen' op het strand Chesil Beach in Engeland, over het experiment met deze Steen met andere reizigers (vrienden en studenten) en over mijn reis in de gewone wereld naar de oude Petter Spiik of Petter Witsj in Zweden. Ik vertel van plan te zijn op 29 april 2004 naar Rome te gaan, naar de Sint-Pieter, en dat ik mijn boek 'Het Verhaal van de Steen' graag wil afhebben als ik daar bij het graf van Sint-Petrus sta. 

 

Ik heb 'mijn Steen' bij me en maak fysiek contact met deze steen. Het is een beetje een raar idee, want tot nu toe was mijn Reizen met de Steen volgens mij min of meer toeval. Nu lijkt het of ik de steen ervoor wil gebruiken.

 

De meeste studenten liggen op de grond, een tweetal zit, ik zit ook... met mijn linkerbeen gestrekt, want mijn linkerknie lijkt wel verkouden en zit keurig verpakt in de warme watten. De studenten en ik sluiten onze ogen en ik begin met een uitgebreid ontspanningsoefening: letten op het fysieke contact met de aarde, met Moeder Aarde, letten op de ademhaling.

Ik heb de Steen in mijn handen en koester haar.

Helemaal in het begin van de ontspanning is het alsof ik van boven op een groot blauwwit ei neerkijk. Het ei heeft geen schaal, lijkt enigszins te pulseren als een soort hart, en vanuit het ei gaan vele vertakkingen als witte bloedvaten in een enorm web in een plat vlak alle kanten uit, over en door het ei gaan de witte bloedvaten ook. De achtergrond is donkerblauw.

Even verwart het me, maar dan ga ik rustig door met de ontspanningsinstructie: Let op de ademhaling (stap voor stap omlaag door de romp!), dan aandacht voor de bovenbenen, knieën, onderbenen, enkels, voeten en tenen. Daarna hoofd, romp en benen - het geheel - in de aandacht opnemen. In gedachten zie ik de kruisvorm!

Ik ga naar de schoudergewrichten en instrueer om met de aandacht via de bovenarmen, ellebogen, onderarmen en polsen naar de handen en duim en vingers te gaan.

Dan verplaats ik de aandacht van de studenten naar de steen in hun handen en vraag hen de steen te begroeten.

Zelf zeg ik: "Dag lieve, lieve, lieve Steen."

De Steen is ondertussen heel zwaar geworden.

Ik instrueer: Zeg tegen de steen in je handen wat je ertegen wilt zeggen.

Deze instructie komt voort uit mijn behoefte zelf iets te zeggen.

Mijn woorden tegen 'mijn Steen' komen op het volgende neer: "Steen, het spijt me zo, ik tracht je Verhaal te schrijven, maar het gaat zo met horten en stoten, soms breng ik er niets van terecht. Ik doe pogingen maar ik voel mezelf zo in gebreke blijven. Ik probeer het met deemoed te doen, een woord dat ik ken uit het boek 'Die Sprache des Herzens' van Norbert Muigg, maar ik bedoel het zo integer, ik probeer het echt eerlijk en 'onderdanig'/ nederig te doen. Je koos mij, daar toen op dat strand, met al mijn mogelijkheden en falen, en dus zal het wel goed zijn, toch wil ik je zeggen dat het me oprecht aangrijpt al die keren dat ik afdwaal. Ik wil het zo graag goed doen."

Dan instrueer ik de studenten de steen in hun handen te vragen wat zij hen te zeggen heeft.

Ik kijk met gesloten ogen naar beneden richting Steen, die steeds zwaarder lijkt.

In het midden van onze cirkel staat een kaars met twee pitjes. Het licht komt als het ware door mijn oogleden heen en het lijkt of het twee vuren zijn van elk een meter hoog. Vreemd.

Dan zie ik opeens een soort schildering of tekening. Het is het hoofd van Jezus. Ik kijk ernaar, het wordt iets scherper en vervaagt weer.

Ik verzet me ertegen om mezelf of dit beeld te bekritiseren: 'Oké, ik zag het.'

Terwijl ik dit denk, is het net of ik ergens sta en aan de linkerkant ingehaald word door een man. Ik kijk naar links en kijk opeens tegen een tamelijk jong gezicht van Jezus aan. Jezus een twintiger?

Ik vraag me af of het een bekende afbeelding is... maar het is net of we ergens samen waren. De Jezus die ik naast me zag komen leefde.

Dan is er een derde beeld: weer het hoofd van Jezus. Het beeld verschijnt links, iets verder naar voren dan het vorige beeld. Nu is hij ouder, zijn gezicht kent al groeven. Lijdt hij? Het is weer net of we allebei leven.

Iets in mij-Thea heeft het moeilijk met deze beelden, ze zijn zo ingrijpend, om hierover te vertellen... brrrr, probeer dit maar eens bij opschepperigheid weg te houden. 

Dan zie ik bloedstrepen over een gezicht gaan. Weer Jezus!!! Heb ik mijn eigen hoofd naar links gedraaid in 017A? Ik voel hoe mijn maag destijds toen ik dit zag zich samenkneep! Wat vond ik dit toen walgelijk en oneerlijk!

Ik-Thea vraag me af of deze Jezus met doornenkroon een bekend schilderij is of zo, maar dat klopt niet met wat ik zie, want het bloed druipt. Groot dringt de doornenkroon zich in mijn zicht naar voren. 'Ik' zag dit destijds en het was me teveel... ik-Thea-X ruik zweet. Van Jezus? Van 'mezelf'? Zeg maar dat ik-Thea-X me in of uit mezelf terugtrok! Het was teveel, ik kon mijn eigen voelen niet aan en ik verdween uit mijn lichaam...

De beelden links zijn weg. 

Opeens voel ik-Thea hoe ik als het ware 'gepushed' word om, met gesloten ogen, recht naar voren te kijken in 017A.

Daar zie ik-Thea Jezus weer. Opnieuw een levendig beeld: Hij heeft een enorme zuivere 'witte' uitstraling en rond zijn hoofd een gouden aura. Zijn kleed is van het zuiverste wit. Hij is duidelijk dood! Hij lacht vriendelijk, het is toelachen maar er zit ook iets van een soort vaderlijk vermaak in, alsof hij uitdrukt: Wat kun jij je toch opwinden, kleine drukbol.

In een seconde schiet door mijn hoofd het woord 'Christusbewustzijn' en paarse en blauwe en groene straal. Ik heb daarover gelezen in het boek van Norbert Muigg, maar ik kon en kan het niet plaatsen. Horen deze stralen bij chakra's? In het boek wordt me dat niet duidelijk. Ik denk: 'Opnieuw lezen.'

De confrontatie met deze stralende Jezus en zijn blik laat mij mijn hoofd buigen. Dan zie ik opeens een wit kristal met zeer veel heel scherpe heldere kristalwitte punten. Ik denk: 'Nou dat lijkt wel een kristallen egel.'

Opeens lijkt het of Jezus een zo'n punt eraf breekt.

Wenen Karlskirche - JHWH, de Onbenoembare Naam van GOD
Wenen Karlskirche - JHWH, de Onbenoembare Naam van GOD

Door mijn hoofd flitst het beeld van een blauwachtige kaart waarop een puntig witdoorschijnend kristal staat met in dat kristal de tekens die 'de Onbenoembare Naam van God' betekenen.

Dit te zien kost kracht, het is moeilijk te accepteren dat ik het 'zie' en het niet te veroordelen als mijn fantasie, want tegelijkertijd realiseer ik me ook dat ik in Wenen een beeld van de aartsengel Michaël heb gefotografeerd die de engel Lucifer verslaat met zijn gouden zwaard terwijl op zijn gouden schild deze tekens ook staan. En tevens heb ik de tekens 'de Onbenoembare Naam van God' in de Karlskirche in Wenen gefotografeerd, en dat ik daar op dat moment heel erg van onder de indruk was omdat ik al heel lang zocht naar de naam van die tekens en juist daar in die kerk leerde ik dat het 'de Onbenoembare Naam van God' betekende.

Dan voel ik opeens hoe Jezus het kristal in mijn hart plant, alsof mijn hart zwelt van liefde.

In het besef dat Gods Liefde een plek wordt toegekend in mijn hart denkt mijn hoofd ergens: 'Zuiverwitte straal, witblauw kristal, groen chakra?'

Dan instrueer ik: Bedank de steen in je handen, of het al of niet gelukt is.

Met tranen in de ogen, diep ontroerd, kus ik de Steen, bedank haar en pers haar tegen mijn hart.

Ik instrueer de studenten terug te gaan naar hun ademhaling en deze in hun borstkas te voelen en daarna op een diepe, diepe uitademing weer met hun aandacht in het lokaal terug te komen.

 

Sommige studenten zijn heel slaperig geworden, meerderen voelden hun steen niet eens meer, enkelen hebben wel beelden of ervaringen. Ik vind mezelf dapper dat ik mijn ervaring niet achterhoud!!!

Thuis zoek ik de blauw kaart op voordat ik me achter de computer zet. Naast het kristal dat uit de grond steekt, vliegen er twee vogels op: een witte duif - de hoeder - en een zwarte kraai - de boodschapper. Als ik even later de ervaring uittik, denk ik: 'Die levende Jezus die ik zag... toen was ik Petrus!!'

 

Korte tijd later zie ik bij 'Boekhandel Hilarion' in de Van Welderenstraat in Nijmegen een kristal liggen. Ik koop het; het lijkt alsof er een vierkante kristalpunt uitgenomen is!

 

Bronnen

- Muigg, N., (1999). Sprache des Herzens - Begegnungen mit Weisen der Maya. Wien: Ibera Verlag.

 

---> 195 DE REUS EN DE REUZIN - De Steen onder de Tafel

---> LIEFDE 2020 CT Inhoud

---> QUEESTE

---> HOME