DRIE OPDRACHTEN
Thea-Warrior
In Nederland is de tijd zeven uur verder, dus het is geen punt om reeds om zes uur op te staan. Na het nuttigen van wat water en brood, wandelen we, als het ware de hoek om, naar Ceiba en kerk. We verkennen de kerk met zijn opvallend gedrapeerde stroken stof en terwijl de markt ontwaakt, zitten we weer op de kerktrappen.
Ik probeer contact te maken met de Ceiba. Het is niet eenvoudig vanwege afleidende muziek van een van de marktkraampjes. Toch geraak ik in een soort grijzige 'wormtunnel'. Ik ben verward en denk aan het Chinees uiteinde meisje dat ik in een eerdere reis naast de boom trof. Ook denk ik aan Claudia en Anna die ons zo goed geholpen hebben. Dan denk ik eraan dat voor alles gezorgd wordt op deze reis in Guatemala... ik mag vertrouwen.
Dan zie ik, met wat moeite, een zonnige diepte. Ik ga erin en dan zie ik het heelal er doorheen. Ik ga het heelal in en dan staat er een figuur naast me. Het is een man in officierenkledij uit de zestiende of zeventiende eeuw: een soort conquistador. Op zijn buik draagt hij iets met een oranje kleur... een soort sjerp om zijn taille. Hij heeft een hoofddeksel, een soort helm mogelijk van ijzer of zo, opzij bij de oren zijn de punten omhooggeklapt.
Mendoz(a) is de naam die bij me opkomt.
Dan zegt hij: Ga naar Don Julian.
Ik merk dat ik wat twijfel; in mijn laatste journey leek het de bedoeling Wiek Lenssen te bellen (om iets mee te nemen naar Guatemala), maar al mijn telefoontjes zijn vergeefs geweest. Ook was Don Cirilo niet bij de Ceiba toen wij aankwamen, noch gisteren noch vandaag en dat was ook iets dat ik in die reis (zomaar) verzocht heb.
Misschien speelden mijn wensen mee...
Maar waarom dan nu wel naar Don Julian???
Met deze gedachten eindigt de reis. Het is wat verwarrend dat ik hier weer over Don Cirilo praat, blijkbaar denk ik dat ik, omdat ik in de voorbereidende reis van 16 december heb ik per ongeluk zijn naam heb genoemd, me daar nu aan dien te houden. Blijkbaar verwacht ik niet dat in de Andere Werelden allang is begrepen dat ik een foutieve naam op het gezicht van Don Julian plakte en dat ik eigenlijk Don Julian heb bedoeld!
We wandelen door het stadje en langs de markt. Tot mijn schrik wordt hier blijkbaar armadillo - gordeldier - gegeten! Vol ongeloof en verbijstering bekijk ik de gebakken stukken op het bananenblad. De geur is vrij zoetig. Veilig opgerold is het gordeldier inderdaad net een framboos, en mijn associatie - in mijn reis in de Andere Werelden - met knoflookteentjes is ook niet zo gek. De Maya-vrouwen in hun kleurige kledij lijken beslist op het Chinees uitziende meisje dat in een van mijn vorige reizen naast de Ceiba stond.
's Middags gaan we samen op zoek naar Don Julian, want ik wil deze vriendelijke sjamaan uit de film 'The Year Zero' maar wat graag ontmoeten. Na wat heen en weer gewandel en gevraag her en der brengen twee kleine meisjes ons naar zijn huis. Het is in de buurt van Hospedaje Napoles!
Op de binnenplaats van zijn woning maken we kennis met zijn vrouw, een nichtje en een baby. Don Julian is er niet, en uit het Spaans begrijpen we niet hoe laat hij er dan wel is en of hij komt of niet.
We gaan op een bankje zitten en wachten geduldig. We krijgen een banaantje en ik maak een paar foto's van zijn domein. Met name het Maya-kruis en alle heiligen aan de muur zijn intrigerend. Links en rechts hangen sjamanistische voorwerpen. Het is er vuil. Onder zijn altaar liggen en staan een aantal sterk bestofte voorwerpen. Komt deze vervuiling door vulkaanas?
Het is erg warm op het bankje onder het afdak en na meer dan een uur wachten, gaat Aad een eindje wandelen. Uiteindelijk vertrekken we samen, we hebben dorst en komen vanavond wel terug.
We schaffen ons een blikje cola aan en dan gaan we opnieuw naar de kerktrappen om te zonnen. Af en toe raken de wervelende plastic zakjes ons, het is alsof de wind en de Ceiba ons aaien. Ik ga opnieuw in gesprek met de boom.
Terwijl ik focus op de boom verandert hij in mijn beeld in een enorme zwarte vogel. De takken die naar het Noorden en Zuiden uitsteken zijn de vleugels en de Ceibavogel vliegt als het ware uit het Westen op me toe. Het doet me goed, de Ceiba als boodschapper van de Goden.
Dan ben ik Thea-reiziger; zonder lichaam vlieg ik tussen de marktkramen en de benen van de mensen door, recht naar de zuidelijke ingang tussen de wortels van de Ceiba. Vrijwel direct sta ik zuidelijk van een zonnig, goudgeel, pulserend centrum, het is net een gouden poel die beweegt.
Ik doe de groeten van Wiek Lenssen en vertel dat ik binnen twee jaar na ons eerste contact dus inderdaad in het echt op bezoek ben. Ik vertel reeds in het huis van Don Julian geweest te zijn en vanavond terug te gaan.
Uit de gouden poel stijgt een prachtige goudgele jongeman omhoog, een jongeling van dezelfde substantie als de poel. Met zijn onderbenen blijft hij aan de poel vastzitten. Ik ervaar het als een knap staaltje!
Ik vraag wat te doen, en de jongeling zegt: Schrijf het Boek en denk aan La Paz por El Mundo.
Ik denk aan de avondmis gisteravond en hoe ontroerd ik werd toen de mensen elkaar La Paz wensten.. deze mensen hier... die vrede wensen voor de wereld, voor mensen die het materieel zoveel malen beter hebben. Gisteravond raakte het me en hier bij de jongeling opnieuw.
Ergens komt vaag in me op om ook heel eenvoudig te gaan leven, ik zie in mijn hoofd de Europese winkels die ons opfokken van alles te kopen. Is het een manier? Eenvoudig leven om te schrijven?
Ik weet niet veel meer te zeggen en wil afscheid nemen, dus zeg ik: Vanavond of morgen kom ik terug om afscheid te nemen...
Op de een of andere manier realiseer ik me het onduidelijke van deze afspraak, dus ik stamel: Eh, ik weet het niet!
Wacht, zegt de goudgele jongeman, ik wil je nog wat laten zien.
Ik kijk richten het Westen, ik wacht en kijk en kijk: uiteindelijk zie ik héél groot een rechteroog!
Wat kan ik daarmee?
het verbaast me. de boodschap lijkt ondere ander: Kijk naar rechts in te houden!
Dan zit ik weer bewust op de kerktrappen. Ik kijk naar rechts, daar zit enkel een schoenpoetser; druk aan het werk. Van het rechteroog begrijp ik niet veel, maar het zal zich wel uitwijzen.
Nu, in 2021, denk ik: 'Het is vast het Oog van God geweest, God die alles ziet/ waarneemt.'
Wat de idee 'naar rechts kijken' betreft!? Mogelijk is het vooruitkijken, en wie weet ook nog werken aan mijn eigen identiteit. Het boek 'Het Verhaal van de Steen heb ik geschreven, dat heb ik goed gedaan. En wat het 'denken aan De Vrede voor de Wereld' betreft... wel dat is nog iets bijzonders, blijkbaar is het gewenst dat ik daarover nog een keer vertel!
Op weg naar Hospedaje Napoles kopen we een twaalftal kaarsjes in de kleuren van de vier windrichtingen. Terug in ons verblijf is Marie - een bescheiden, wat verlegen, meisje dat helpt in de huishouding - lakens aan het spoelen in koud water. Hoe anders hebben de mensen in Palin te leven dan in West-Europa. Vermoeid van de vele indrukken rusten we uit op ons bed in onze 'cel'. Om 19.00 uur schrik ik wakker, we kleden ons om en gaan - na eerst een gebakken banaantje gescoord te hebben - naar het huis van Don Julian.