HELEMAAL GELUKKIG IN PALIN
Thea-Warrior
Vanuit Guatemalastad reizen we onmiddellijk verder met een andere taxi richting Palin. De taxichauffeur spreekt enkel Spaans en begrijpt niet wat we in Palin te zoeken hebben, en ik heb weinig zin het uit te leggen. Aangezien hij en ik elkaar toch niet geheel begrijpen (door zijn dyslexie spreekt mijn echtgenoot enkel Nederlands) zet hij ons te vroeg af en moeten we een flink eind lopen langs de wegdoe volgens ons wel in het oude centrum met de Ceiba en markt uitkomt.
Ik ben moe; tijdens vliegreizen in de gewone wereld is het voor mij moeilijk om lichaam en geest bij elkaar te houden. Waarschijnlijk komt dit door de enorme, feitelijke, snelheid. Het is net of mijn geest pas een dag of een paar uur later weer bij mij terugkomt. Nu hebben we gelukkig een tussenstop in Houston gehad, maar toch, ik ben wat ontredderd vermoeid.
Al wandelend ben ik bereid om de nacht onder een struik door te brengen. Maar we komen bij de Ceiba in Palin aan, en even later zitten we 21 december 2003 's middags daadwerkelijk oostelijk van de Ceiba op de kerktrappen. Kinderen spelen met plastic zakjes. Aan naaigaren zwaaien ze die op de wind de lucht in. Op de achtergrond in het noorden de Vulkaan de Agua. Uit een van de kraampjes onder de beschermende takken van de Ceiba klinkt discomuziek. Er wordt kerstversiering verkocht. Rond de boom een beschermende verhoging, onder de enorme takken wordt een grote markt gehouden. Er zijn tekenen van verering en verzorging. De boom wordt gevoed door groenteafval en bloed van geslacht vee. De witte verf op de stam is redelijk afgesleten, deze verf waarschuwt dat het een Heilige Boom is en dat er niks tegenaan gezet mag worden. De wind wervelt op de kerktrappen en de sfeer is vredig. Omdat een naad van mijn tas is stukgegaan, neem ik wat van het overal zwervende naaigaren mee. Iemand heeft vast een naald. Het lijkt erop dat tijdens deze reis in Guatemala voor alles gezorgd gaat worden.
Ik ben gelukkig; ik ben - wij zijn - in het ècht in Palin.
Verrassend dat in de film 'The Year Zero' de rooms-katholieke kerk, bovenaan de trappen, niet te zien is. De vuilwitte kerk is gewijd aan San Christobál ofwel de Heilige Christoffel. De cherubijntjes-versiering aan de buitenkant is allerschattigst.
Rondom boom en kerk is een een acht te trekken, en ze horen inderdaad voor eeuwig bij elkaar: het natuurlijke en het geïnstitutionaliseerde. Voor het geïnstitutionaliseerde zal het altijd een opdracht zijn te onthouden dat het meer-materiële het minder-materiële nooit kan vervangen. Het meer-materiële is zeker veel waard, al helemaal als eerbetoon aan het spirituele, en ik zal er niets aan afdoen, maar goud of zilver of enorme, schitterend versierde, stenen of houten gebouwen kunnen het minder-materiële - het meer-spirituele - niet vervangen.
Met hulp van enkele inwoners zijn we in staat een kamer in Hospedaje Napoles te vinden. Er is geen warm water, er zit geen slot op de buitendeur. 's Avonds wordt een dikke balk schuin tegen het slot aan gezet, waardoor de deur gezekerd wordt. Onze kamer bezit geen raam en de kamerdeur heeft geen werkend slot. In de dikke buitenmuur zit wel een open luchtspleet waar wat licht doorheen valt, maar ik ben blij, want het is gelukt!
Ik ben in het ècht bij de Ceiba.
Twee bloedmooie, jonge meiden wonen ook in Hospedaje Napoles: Claudia en Anna. Ze werpen zich onmiddellijk op als onze gidsen, en hebben een naald! Het installeren in de kamer mag de naam niet hebben en dus gaan we al snel onder begeleiding van de jongedames geld wisselen en daarna wat eten in het door hen aanbevolen restaurant El Pollo.
Na het eenvoudige eten gaan mijn man en ik naar de kerk waar we de avondmis bezoeken. We zijn getuige van de ongewone genegenheid die er tussen moeders, oma's en kleine kinderen kan bestaan. Héél anders dan in Nederland! Ik kan het gewoon niet uitleggen, maar ik zal het niet gauw vergeten; ze hebben enkel zachte ogen voor de speelse kinderen. Het zal nog jaren een gespreksonderwerp zijn. Direct na de mis drommen de moeders met kinderen met zijn allen naar voren om een zegen met wijwater te ontvangen. Vervolgens klinkt er tromgeroffel: op een draagbaar worden Maria en Jozef de kerk ingedragen. Kerst is aanstaande.