OP NAAR PALIN
Thea-Warrior
In de maanden na de Panter-reis van 26 maart 2003 maak ik nog een aantal reizen die me richting de Maya's leiden. Het is net of met Panter een heel nieuw bereik is geopend, een bereik van en met mensen die in vroeger tijden ook in de Andere Werelden hebben gereisd.
Op 15 april word ik Bird-Jaguar, een koning in Yaxchilan. Het lijkt alsof ik-Bird-Jaguar geen volk meer heb, maar ik-Bird-Jaguar weet niet wat er precies met hen gebeurd is. Het lijkt dat ze op de rivier op reis zijn gegaan en niet zijn teruggekomen.
Op 20 mei zie ik in een grot een groenkoperen staaf met daaromheen een koperen slang gewenteld: een genezersstaf. Wat later word ik een giftiggroene slang, die gevangen word door een indiaan met een grote witte verentooi. De indiaan spitst mij-slang met een gevorkte staf aan de grond en perst gif uit de zijkant van mijn kaken. Hij gebruikt het voor een ziek kind, het gif werkt genezend. Ze voeren mij-de-Slang een klein zwart biggetje en dode muizen. Ik eindig die reis als de wat achterdochtige Beersjamaan, een genezer.
Op 8 juli leer ik eerst dat heling en genezing enkel mag als de ander erom gevraagd heeft. Daarna ben ik-Bird-Jaguar die zich realiseert dat zijn mannen zijn verdronken. Hierop neem ik-Bird-Jaguar deel aan een bloedvloeiritueel, waarbij een touwtje met dorens door de voorhuid van mijn penis wordt getrokken. De pijn is niet zo groot omdat ik-Bird-Jaguar een kruid kauw. De penisregio voelt aan als in een gouden gloed, er komt een heleboel vuurenergie vrij: een hoogenergetische plek. Ik-Bird-Jaguar doe dit ritueel in verband met de verdronken krijgers, om de Voorouders te raadplegen over de toekomst van de stam, en om de Slang 'Quetzalcoatl' op te roepen.
Windsels met mijn bloed en wat van het kruid erbij worden verbrand. Er komt witte damp vanaf. Als ik-Thea vraag ik me af of ik hier besodemieterd word; komt de damp van verbrande wierook? In een grote, witte dampvorm zie ik-Bird-Jaguar de Gevederde Slang verschijnen. Ik-Thea realiseer me dat dit het moment is om de attributen, die ik-Thea uit Gods Hand heb gekregen, vast te houden. In mijn linkerhand houd ik-Thea-Bird-Jaguar de kristallen bol vast en in mijn rechterhand zeer krampachtig de kwart regenboog. Ik kan naar de voorouderplaneet... en ergens dwing ik de reis af.
Vervolgens ben ik-Thea-Bird-Jaguar tussen de Maya-wezens in het heelal. Het is alsof 'ik' achterwaarts opga in de ether, in een groenig licht, van de planeet/ ster. Het voelt klam... alsof 'ik' een grot wordt ingezogen, alsof iets zich voor mij, om mij heen sluit. Dan ben ik weer ik-Bird-Jaguar, ik hou mijn attributen nog steeds goed vast.
'Ik' denk: geen gedonder, ik heb de attributen... met de Kwart Regenboog kan IK komen waar ik wil en ik KAN de Waarheid zien. Opnieuw ben ik bij de planeet en dan is het alsof ik in de kristallen bol kijk... alsof de kristallen bol opengaat. Ik zie de hele Aarde schudden op haar plek in het heelal.. en dan zie ik een enorme watergolf, werkelijk enorm hoog... het lijkt erop dat de golf van Europa, richting Amerika gaat. Ik schrik van het beeld en vraag me af of deze golf zich afspeelde in mijn-Bird-Jaguar tijd of dat het een toekomstbeeld is van deze mij-Thea-tijd.
Terugkijkend concludeer ik die avond dat er in Bird-Jaguars tijd een vloedgolf is geweest waardoor de krijgers verdronken zijn, en verder lijkt de golf die ik gezien heb nog te moeten komen.
Het is wel zeker dat ik ooit tot het Maya-volk heb behoord en mijn nieuwsgierigheid naar hun cultuur groeit. Vrij snel ga ik tot handelen over: een klein onderzoek leert me dat een bekend Nederlands reisbureau individuele reizen naar Guatemala aanbiedt. In overleg opteren we voor een rondreis langs de verschillende plaatsen met Maya-markten. Hun cultuur en kennis intrigeert me meer en meer.
Een mooi plan wordt aangeleverd: op 20 december 2003 kunnen we via Houston in Noord-Amerika naar de hoofdstad van Guatemala vliegen. Op 3 januari 2004 vliegen we terug. Terwijl ik het plan bestudeer valt me iets op. Volgens de folder zijn de Maya-markten op specifieke dagen, maar wij zijn telkens een dag te vroeg in de betreffende plaats en op de marktdag weer weg: geen goed plan! Natuurlijk wordt er gebaald, maar het reisplan wordt bijgesteld met andere overnachtingsdata. Het gevolg is dat we niet slechts één maar twee dagen in de hoofdstad, Guatemalastad, verblijven. En dan denk ik: 'Zou de Ceiba toevallig in Guatemalastad of daar in de buurt staan? Ik heb nog een uitnodiging!'
Ik bekijk de video 'The Year Zero' opnieuw en ben ervan overtuigd dat de Ceiba in Guatemala staat. Op 6 oktober 2003 mail ik naar JURA Filmprodukties met de vraag in welke plaats de grote Ceibaboom uit de film staat, en ik krijg antwoord!
Beste Thea,
De boom bevindt zich in het dorpje Palin.
Vanuit Guatemalastad is het plus/minus 100 km over de grote weg richting de Pacific (grote/stille oceaan).
Wiek Lenssen zei, toen hij het hoorde: "Laat zij van mij de groeten doen aan de boom".
Hij vertelde mij ook, dat onlangs een meisje naar de boom is vernoemd: "Ceiba".
Met vriendelijke groet namens JURA, Mike Paschenegger.
Dat wat ik niet voor mogelijk heb gehouden, maar heel graag wil, gaat gebeuren. Ik weet nu waar de Ceiba staat. We gaan in Guatemala het bezoek aan de hoofdstad overslaan en reizen onmiddellijk verder naar Palin. Het reisbureau kan het verblijf in Palin niet organiseren, maar ik ga gehoor geven aan de uitnodiging van de Ceiba om in het echt langs te komen. Mijn man en ik zullen wel zien waar we overnachten. Feitelijk hebben we - de Ceiba en ik - sinds 5 februari 2002 helemaal niet zolang gewacht, maar indachtig de opmerking van de Ceiba "Nou dat zien we dan wel, dat wachten we dan wel af." hebben we SAMEN genoeg gewacht!
Voor de vertrekdatum reis ik nog meer in de Andere Werelden.
Op 17 november 2003 krijg ik in een reis aangereikt dat Gordeldier goed is voor ontstekingen.
Mijn reisvraag luidt: Welk krachtdier kan me helpen met mijn neusholteontsteking, ontsteking aan de bijholtes, zodat deze geneest?
Het antwoord dan onmiddellijk in me opkomt is: Gordeldier...
Lange tijd drum ik op Gordeldier, en ik heb het idee dat de ontsteking acuut geneest.
Dan drum ik op Vrede.
Ik zie beperkte beelden.
Iets van een rode paddestoel met witte stippen, of zijn het knoflookteentjes?
Dan zie ik een braam die als het ware huilt, het lijkt achteraf op een eicel die zich al meermalen gesplitst heeft.
Opnieuw zie ik witte puntjes en ik denk: knoflookteentjes.
Het is de bedoeling dat ik mijn bloed zuiver door meer knoflook te eten.
Zes dagen later vind ik een afbeelding van een opgerold gordeldier op het internet. Wat kun je je vergissen als je een beperkte kennis van zaken hebt! De witte puntjes zijn de benige schubben van het gordeldier!
En op 16 december sta ik ergens op een slagveld, met vele Indianen, met de huid van een Quetzalvogel over mijn hoofd. De meeste Indianen staan als het ware rechts en rechtsvoor ten opzichte van mij op een gelijkmatig naar een kronkelende rivier afhellende helling. Links van mij en linksvoor mij zijn 'de aanvallers'. De helling doet denken aan het gebied waarover El Lobo in de film 'The Year Zero' huilerig uitriep dat hier zijn voorvader is gestorven of zijn voorvaders zijn afgeslacht.
De Indianen om mij-met de Quetzal-op-mijn-hoofd beseffen dat velen de dood zullen vinden in het gevecht. Ze zijn héél èrg opgefokt en roepen en schreeuwen: Liever dood dan onvrij... we komen toch terug.
Hun kreten klinken me als een soort wind in de oren.
Ik realiseer me dat 'liever dood dan onvrij' te maken heeft met de kleurige Quetzalvogel die in gevangenschap sterft. Nota bene het is de vogel over mijn hoofd! 'We komen toch terug' heeft te maken met het reïncarnatiebewustzijn van de Indianen. Het bewustzijn in werkelijkheid wel het lichaam in een oorlog maar daar niet het leven te verliezen.
Mijn Indianen worden gedood door een enorm geweld aan spervuur uit geweren. Sommigen sterven heel verbaasd: Zó... op afstand van de tegenstander!
Ze zijn echt onbekend met geweervuur en de effecten daarvan. Ik-met-de-Quetzal-Hoed kende het wel. De vogel op mijn hoofd voelt nat. Bloederig? Ik denk aan Revenge, en drum er even op. Ik denk aan het boek 'The Avenger' van Frederick Forsyth, dat ik net gelezen heb. Doodgaan is 'dè grote verandering"... een soort groeisprong.
Dan denk ik aan Gordeldier, ik wil Gordeldier graag ontmoeten en drum op 'Gordeldier?'
Ik denk eraan dat Gordeldier betekent overgave aan het doen van Gods Wil: Acceptatie van wat is; Liefde.
Ik drum op 'Liefde'. Dan zie ik de liefdevolle blik in de ogen van Don Julian, zoals ik die in de film 'The Year Zero' zag en ervaar zelf net zo liefdevol te zijn!! Ik vraag: Don Cirillo kom (je) zondag naar de Ceiba?
(Hier vergis ik me in de naam... ik had Don Julian moeten zeggen!)
Ik krijg antwoord: Ja, zondag naar de Ceiba.
Ik kom terug bij Gods Wil: het In Liefde zijn.
Even denk ik: Gordeldier?
Dan voel ik mezelf Gordeldier, het voelt stoffig, maar wel buigzaam, het voelt ook lederachtig...
Het voelt ook alsof ik in de vorige reis reeds Gordeldier was, zonder dat ik me dat toen kon beseffen, omdat ik Gordeldier niet kende. Er zit stof tussen de 'gewrichtsplaten'.
Even ben ik opnieuw Montezuma-met-de-Quetzal-hoed.
Ik ruik overal bloed.
Dan vraag ik: Don Cirillo leer me over de vruchtbaarheid (over de regen)??
Is dat over gevoelens?? Dat ken ik toch al...
Dan hoor ik: Bel Wiek Lenssen... neem spullen mee!!
Als ik 's avonds het internet raadpleeg, ontdek ik dat in het Volkenkundig Museum van Wenen een indiaanse Verentooi, een kroon, wordt bewaard. Voor de toekomst, voor 2004, heb ik er een nieuw reisideaal bij: naar Wenen! Maar eerst naar Palin!
Dat ik de namen van Don Cirilo en Don Julian door elkaar heb gehaald vind ik naar. Het ging me om Don Julian. Na het lezen van het boek van Wiek Lenssen ben ik nota bene een beetje bang voor een mannelijke persoon in het gevolg van Don Cirilo en dus hoef ik Don Cirilo niet zo hard te ontmoeten.
De dagen erop bel ik vele malen het werknummer van Wiek Lenssen. Er wordt niet opgenomen. Ik voel me naar: zo is het net alsof ik mijn ego lig op te poetsen door te verzinnen dat ik Wiek Lenssen - de filmmaker - moet opbellen...
Voor mezelf voelt het niet zo, ik hoef mijn ego niet op te poetsen en diep in mezelf denk ik nog steeds dat ik door spullen mee te nemen Don Julian of Don Cirilo en Wiek een groot plezier gedaan zou hebben. Jammer genoeg heb ik geen aansluiting gekregen.
Eerlijk gezegd vertel ik dit allemaal wat terughoudend, want ik gun het de mensen in Palin dat er ietsje minder armoe is, maar... in Palin heb ik geen toeristen ontmoet, maar wel kennis gemaakt met de zachtheid en zuiverheid van de Maya-indianen. Mijn echtgenoot wil er eigenlijk altijd blijven. Als iemand de Ceiba ook wil zien en naar Palin toe zou willen gaan, doe me dan een plezier en maak er alsjeblieft geen kermis van. Houd het rustig, geen dure bussen, geen geschreeuw, ga desnoods lopend, geen geren in het rond, geen feestavonden met keiharde muziek en veel drank. Laat het niet breed hangen, maar zorg dat je geld daadwerkelijk bij de eenvoudige man van de straat terechtkomt. Probeer geen begerigheid op te roepen, vermaak je met de rust en de stilte. Wees een beetje deemoedig. Wees dankbaar voor de (stoffige) schoonheid, voor het bestaan van die gigantische Ceiba, voor een eenvoudig maal, en gun eenieder zijn eigen persoonlijke ruimte.
Als 'de glinsterende lak' van de Westerse beschaving over oude culturen gestreken wordt, wordt het wezenlijk spirituele daarvan vernietigd.
Dit gezegd hebbende... stap ik, met mijn echtgenoot, op het vliegtuig. Na een overnachting in Houston komen we op 21 december 2003 op het vliegveld van Guatemalastad aan. Een chauffeur wacht ons op, en zijn A-4tje met mijn verhaspelde achternaam Penterman geeft me onmiddellijk het idee op het goede pad te zijn... PANTERMAN
Bronnen
- Lenssen, W. (2003). De Maya-profetieën - Het verhaal achter de film The Year Zero. Laren: Uitgeverij Petiet.
---> 175 OP DE PLAATS VAN BESTEMMING - Helemaal Gelukkig in Palin