OUROBOROS ZONDER VLEUGELS
Thea-Warrior
Voordat ik naar aanleiding van een Reis in de Andere Werelden naar Guatemala op vakantie ga, ben ik al één keer volgend op een reis naar het buitenland gegaan. Op 6 juni 2001 maak ik de reis, die de opmaat vormt voor een vakantiereis naar Turkije in maart 2003.
Als ik op de betreffende middag enkele boeken terugbreng naar Juliette, de Tweede Reiziger met de Steen, tref ik daar Els. Omdat het aantal reizigers voor mij 'onaf' voelt, ben ik nog op zoek naar een laatste reiziger. Els heeft regelmatig geparticipeerd op de drumavonden, en dus vraag ik haar of zij de laatste reiziger wil zijn, voordat ik alle reizen van de reizigers ga uitwerken. Els stemt in, zij wil wel reizen; ze had er al behoefte aan. We spreken af dat ze die avond naar mijn huis komt, waar ik dan op zolder voor haar zal drummen.
In het boek 'Het Verhaal van de Steen' is Els de Twaalfde Reiziger, maar... en het is bijna niet te geloven, ze is de Twaalfde niet: Els is namelijk de Dertiende. Als Zevende Reiziger heeft op 21 november 2000 Fraukje, een SPH-studente, met de Steen gereisd. Voor alle deelnemers geldt dat ze met niemand over hun reiservaring praten, maar het gebeuren opschrijven en aan mij toezenden.
Fraukje pent haar reiservaring inderdaad op papier, maar gaat vervolgens op stage in Afrika en vergeet haar reisverhaal naar mij te sturen. Als ze na maanden terugkomt, kan ze het verhaal in principe nog naar mij toezenden, maar andere zaken vergen haar aandacht.
Ik vergeet Fraukje, de andere reizigers vergeten Fraukje, en blijkbaar kijk ik onvoldoende in het grote schrift waarin ik elke drumbijeenkomst aantekeningen maak. Als ik bij het schrijven van het boek 'Het Verhaal van de Steen' zover ben dat de reiservaring van Fraukje aan de beurt is, ontmoet ik haar en haar partner tijdens een wandeling op de heuvelrug in de Heerlijkheid Beek bij Nijmegen. Ze komt me bekend voor... in hun outfit, in de dikke kleurige kleding, die beiden in de kou dragen, lijken zij en haar partner net twee heel grote kabouters.
Het is geen excuus dat ik honderden studenten heb gekend en al hun namen niet kan onthouden. Het is ook een soort strategie om geheugenruimte te sparen als een groep of klas studenten naar een volgend studiejaar gaat: 'Weg met de namen op naar de nieuwe'.
Maar... studenten kunnen gekwetst reageren als ik hen later ergens tegenkom en ik hun naam niet kan ophoesten. Natuurlijk zou ik de naam van Fraukje nog hebben moeten kennen... maar hij is 'weg' en mijn geheugen is verder blanco. Om haar niet te kwetsen (of zelf niet af te gaan!) houd ik het gesprek neutraal en kom ik niet uit voor het feit dat ik haar naam kwijt ben, en dat ik verder ook geen associaties heb. Op het moment zelf is het tamelijk verbijsterend, en terugkijkend lijkt het alsof ik een licht herseninfarct heb gehad. Ik vraag niet waar we elkaar precies van kennen. Jammer, want dan zou zij misschien gezegd hebben: "Ik heb met de Steen gereisd, weet je nog... giraf..."
Pas in het weekend voordat het eerste exemplaar van 'Het Verhaal van de Steen' in 2006 officieel wordt uitgereikt, ontdek ik dat er geen Twaalf Reizigers hebben gereisd, maar Dertien. Feitelijk is Fraukje de Zevende Reiziger... hoewel... ze heeft zich natuurlijk niet aan de geldende afspraak gehouden; ze heeft de vastgelegde reiservaring niet opgestuurd!
In de jaren dat ik 'Het Verhaal van de Steen' mede naar aanleiding van de reiservaringen van de twaalf deelnemers schrijf, gun ik mijzelf in de loop van het schrijfproces het recht elk van hen een sjamanennaam te geven.
In 2006 - eveneens vlak voor de bijeenkomst rond de presentatie van het eerste exemplaar blijken de sjamanennamen - tot mijn grote verrassing - samen de Ouroboros, - de Slang die in zijn eigen staart bij - te vormen.
Gezamenlijk vertellen de Reizigers over incarnatie, over het leven op Aarde en over reïncarnatie: over de Bescherming van de Mensheid op Aarde.
Of Fraukje in het geheel wordt gemist? Ja en nee... Fraukje's positie in de rij van reizigers is gerelateerd aan de Vleugels van de Ouroboros... en dit mythische dier wordt soms mèt en soms zonder vleugels afgebeeld!
De Ouroboros vormt de ene Beschermende Ring rond de Aarde, de Vleugels de andere Beschermende Ring, welke haaks op de eerste staat. De Vleugels van de Ouroboros zijn gerelateerd aan de wind en aan veranderingen die op Aarde plaatsvinden: aan het leven zoals het individueel en in het algemeen bedoeld is om geleid te worden.
Het treurigste vind ik dat als ik Fraukje in de Heerlijkheid Beek ontmoet haar reisverhaal waarschijnlijk nog keurig opgeborgen zit in een boek.
Als ik me, net voor de feestelijke overhandiging van het eerste exemplaar,
bewust wordt dat Fraukje ook gereisd heeft, blijkt haar telefoonnummer
geen verbinding op te leveren. Op de een of andere manier moet het zo zijn. Als ik een jaar of twee later tijdens een stagebezoek in Gennep een andere studente hoor spreken over 'Fraukje-mijn-stagebegeleidster' kan ik met wat moeite het contact met Fraukje herstellen. Dan blijkt dat ze het boek met het door haar genoteerde reisverhaal waarschijnlijk bij een verhuizing heeft weggedaan; ze kan het niet meer vinden. Soms droom ik ervan dat iemand dit onbekende boek met daarin Fraukjes reisverhaal vindt en dat het alsnog bij mij terechtkomt.
Moraal!? God is volmaakt en wij-mensen zijn perfect (geschapen naar zijn evenbeeld). Mensen mogen fouten maken èn mensen maken fouten! Ik denk dat in de Vleugels van de Ouroboros de gebeurtenissen zijn vastgelegd die onze Ziel op Aarde helpen groeien. Maar... ik lijk af te dwalen, want ik zou vertellen van de reis van 6 juni 2000 naar aanleiding waarvan ik op vakantie naar Turkije ben gegaan.