MINDER GEMATERIALISEERD
Thea-Warrior
Reizen geschiedt in wat ik de fijnstoffelijk wereld noem, de nauwelijks gematerialiseerde wereld die je gewoonlijk niet ziet. Deze wereld bestaat reeds eeuwig en sjamanen en profeten hebben daarin vele waarnemingen gedaan.
En nu maakt de mensheid vergaand gebruik van de sfeer van de fijnstoffelijke wereld. Als meisje van tien jaar sta ik in de jaren zestig van de twintigste eeuw regelmatig peinzend achter ons huis te kijken naar de lucht en de tv-antennes op de daken van de buren. Superintrigerend; door de lucht komen golven aan, de antennes vangen die op en dan wordt het omgezet in beeld en geluid. Terwijl ik in de lucht staar, denk ik: 'Het is er wel, al zie je het niet!'
In al die ontwikkelingen raakt een moment mij speciaal. Welk? Waarschijnlijk begin 1974: met mijn moeder ga ik naar de film 'Jezus Christ Superstar' in een bioscoop in Enschede. Eerst gezellig samen met de bus.
Aan het eind van de film zingt de gestorven Judas dat hij niet begrijpt waarom Jezus zo'n achtergebleven tijd en vreemd land heeft uitgekozen om zijn boodschap uit te dragen, en hij vraagt zich af waarom Jezus niet in deze tijd - begin jaren zeventig van de twintigste eeuw - is gekomen, omdat hij dan in een keer de hele natie had kunnen bereiken, want Israel in het jaar 4 voor Christus had geen massacommunicatie.
Als Judas dit zingt, neem ik waar dat de hele filmzaal wordt gehuld in een gloedvol geelwit licht en in mijn hoofd lichten honderden luikjes op. Als iets dergelijks gebeurt, weet ik dat er iets belangrijks gezegd wordt, maar voor iedereen - voor mij en de massa - moeten computers en sociale media nog uitgevonden worden. Daar op die bioscoopstoel heb ik geen enkel plan om wat dan ook te verkondigen... en toch.
Is het slim om in het Nederlands, in mijn moedertaal, te schrijven? Ik kan me beter uitdrukken in het Nederlands dan in het Engels, ook al spreken de Engelen normaliter Engels en geschiedt het reizen ook vaak in het Engels.
Hoe heeft de mens die fijnstoffelijke wereld op een voor iedereen vrij acceptabele manier veroverd? Laat ik mijn persoonlijke ervaringen op een rijtje zetten. In 1976 en 1977 vul ik als werkstudent op de Afdeling Incasso van 'het Radboud' vele A-4tjes met de cijfers van rekeningnummers en betaalde bedragen. Ponstypistes zetten die cijfers om in nullen en enen, waarna een computer een administratief overzicht van de inkomsten van het ziekenhuis maakt.
In 1979 tik ik in het kader van een studieopdracht in het Psychologie Laboratorium van de Katholieke Universiteit van Nijmegen - de tegenwoordige Radbouduniversiteit - nullen en enen in op ponskaarten, zodat een computer - een rij forse kasten die een volledig klaslokaal vullen - daarmee een bewerking kunnen uitvoeren.
In 1983 zit ik voor het eerst thuis achter een computer; mijn eerste echtgenoot werkt als stafmedewerker bij de Dienst Personeelszaken van het Sint-Radboudziekenhuis in Nijmegen en hij krijgt een loodzware, draagbare computer om thuis mee te oefenen, dus oefen ik ook! Naast me op tafel een lijst met codes om de hardware aan te sturen. Met Alt-f4 kan ik enkele regels tekst blokken, met Ctrl-f4 kopieer ik de geblokte tekst, dan ga ik met Shift-F5 naar het andere werkstuk en vervolgens kan ik met Alt-f4 de geblokte tekst op de bestemde plek inplakken! Tenminste als ik het me goed herinner.
Teksten worden op grote, vierkante, slappe floppy's opgeslagen. Aangezien ik me er nog niet veel bij kan voorstellen, want het is enkel tekst creëren en opslaan, waarbij die tekst dan met een floppy op een andere plek op een computer gelezen kan worden, schrijf ik nog veel gewoon met de hand.
Maart 1985 krijg ik een baan als docent psychologie en word ik coördinator van de sociale vakken bij de opleiding tot A-Verpleegkundige in het Sint-Radboudziekenhuis. Printen is aan de orde van de dag. Soms word ik er wat agressief van, zeker als ik me voorstel hoeveel bomen er voor al dat papier gekapt worden. College geven en het papier voor een beperkte syllabus uitdraaien op een stencilmachine vreet beslist minder papier dan wat er door printers uitgespuugd wordt, en de studenten willen de college-teksten het liefst volledig uitgeschreven hebben. Langzaam maar zeker wordt het leren via het gehoor en het vastleggen van kennis via de motorische handeling van het schrijven minder van belang.
De grote floppy's zijn in de tussentijd al vervangen door kleine, vierkante, hardplastic diskettes.
Vanaf het begin van de jaren negentig - als ik als docent werk bij de Hogere Beroepsopleiding voor Verpleegkundigen (de HBO-V) van de Katholieke Hogeschool van Nijmegen - mail ik naar collega's. Niet meer wachten tot er een vergadering is of elkaar opzoeken, maar even snel informeren, vragen stellen of notulen verzenden.
In de jaren negentig stuur ik met mijn mobiele telefoon sms-jes - kleine berichten via de Short Message Service - aan familie en vrienden. In 2002 worden de eerste mobiele telefoons met mobiel internet uitgebracht: 'Je ziet het niet, maar het is er wel'. Ik koop er geen, want op school en thuis gebruik ik reeds internet op de computer en ik heb er geen behoefte aan om op straat bereikbaar te zijn. In februari 2004 ontstaat Facebook, ik wil er geen gebruik van maken; het kost allemaal tijd.
In november 2011 begin ik 'Wederwaardigheden' te schrijven op het SeniorenNet. Op de een of andere manier is het een handig middel om kennis te delen. Ondertussen geschiedt de opslag op usb-sticks, maar al snel brengen die sticks virussen in computers en computersystemen. Op school klinkt het verzoek de usb-sticks niet meer te gebruiken. En nu heb ik zo'n twee jaar toch een smartphone en app ik erop los: het dagelijks leven wordt 'vastgelegd'. Is het de bedoeling dat alles bewaard wordt!? Op vakanties is internet beslist handig. Soms denk ik nerveus aan de energie die gegenereerd moet worden om van zoveel mensen al die teksten en foto's in de cloud, in enorme datacentra, op te slaan. Is dit zinvol? Het leven wordt steeds meer virtueel en digitaal: routers, wifi en een G3-netwerk. In de straten verschijnen overal mini-biebs.
In 2017 voelt het heel natuurlijk om via Jimdo te beginnen met Levendweb, maar toch... het blijft een vreemd ding deze door de mensheid gecreëerde fijnstoffelijke wereld: protesten tegen het G5-netwerk. Alles moet sneller? Waarvoor? Handig is wel dat ik op 22 januari 2019, tijdens mijn afscheidscollege van de HAN, met een smartphone in de hand kan uitleggen dat er 'iets is dat je niet ziet, maar dat er wel is'; hoe zou 'dit ding' anders kunnen rinkelen? Gewoon omdat mijn zoon op het betreffende moment belt...
En nu met corona ben ik als kwetsbare oudere gewoon blij dat ik via de digitale wereld vlot en snel contact met familie en vrienden kan maken. We bestaan nog en we houden nog van elkaar. Hoe zal het over tien jaar zijn?
Bronnen
Afbeelding 'Jezus op weg naar Golgotha' uit Jesus Christ Superstar. Printscreen op 15 januari 2021 van https://www.youtube.com/watch?v=nlOxUcTcUH0
Facebook. Op 13 januari 2020 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Facebook
Sms. Op 13 januari 2020 van https://nl.wikipedia.org/wiki/Sms#Stealth_SMS
Linken
Judas, DetodoparatiHD mac - Carl Anderson als Judas (1973) - 3.29 minuten ---> Jesus Christ Superstar
---> 162 DE UITNODIGING - Reizen met de Ceiba