MIJN KNIP-EN-PLAKIDEE
Thea-Warrior
Eind oktober begin ik met lichte tegenzin te tekenen in het kader van mijn eigen idee van knippen en plakken. De weerzin ontstaat na de nacht van dinsdag 20 op woensdag 21 oktober 2020. In deze nacht maak ik in de Andere Wereld iets mee dat diepe indruk op me maakt en sindsdien vraag ik me af of het uitvoeren van mijn idee nog wel zinvol is.
Dinsdag 20 oktober ben ik de hele dag onrustig; het verhaal van de energielijnen en raadsels van de Abdij van Rolduc kuiert naar het einde: 'Eindig ik met 'Voor Eer en Deugd'? Maar dat wil ik helemaal niet; ik wil eindigen met 1854 en de Heren van Rolduc.' Het voelt alsof er een groot onweer dondert in de verte, dat ondertussen niet dichterbij wil komen. Elk moment trekt de vraag mijn aandacht. Wat onzeker besluit ik contact te zoeken met Engel C(h)rystal. Hopelijk krijg ik toestemming om nu 'Voor Eer en Deugd' te plaatsen. En wat gebeurt er die nacht na het middernachtelijk uur?
Franz zit achter op mijn bed op de hoek bij de wasbak als ik Engel C(h)rystal vraag of ik 'Voor Eer en Deugd' nu op Levendweb mag zetten. Engel C(h)rystal knikt en dan verdwijnt ze heel langzaam naar boven... het lijkt erop dat ze teruggaat naar haar eigen niveau in de Engelenhiërarchie. Terwijl ze omhoogglijdt, dwarrelen twee vierkante papieren omlaag. Op de bovenkant van de papieren zie ik afbeeldingen staan: tekeningen. Met krullende, fladderende randen dwarrelen de papieren heel rustig omlaag. Het bovenste papier lijkt groter, maar al vallend valt het naadloos op het onderste. Doodstil, stiller dan stil, staar ik nog heel lang naar de lege hoek bij het raam van mijn slaapkamer. Franz zit al die tijd rustig bij mijn voeten op de hoek van het bed. In de doodse stilte besef ik dat C(h)rystal is opgevaren en me ten afscheid de gezochte sleutel heeft gegeven...
Maar aangezien ik mijn toehoorders mijn hersenspinsels niet wil onthouden, zet ik me toch aan het tekenen. Het valt vies tegen. Mijn respect voor architecten als Pierre en Joseph Cuypers wordt steeds groter. Mijn respect voor schilder en kanunnik Matthias Goebbels rijst de pan uit; hij maakt tekeningen, brengt ze over op gebogen vlakken, en vanaf de grond gezien ziet het resultaat in een koepelgewelf er normaal uit. Dat is vakmanschap om U tegen te zeggen.
Mijn idee van knippen en plakken van augustus 2020 is dat ik de Gekroonde Groene Slang helemaal in zijn Hemelse of Aardse vorm dien te tekenen. De vorm die dit oplevert, lijkt op een G-sleutel.
Voor de GGS in de Hemel moet ik lijfdeel B niet met de klok mee tekenen, maar tegen de klok in.
Voor de GGS op Aarde moet ik lijfdeel A niet tegen de klok in tekenen, maar juist met de klok mee. En nekdeel c (met het hoofd) moet niet meedraaien met de klok maar juist tegen de klok ingaan.
Mijn volgende ingeving is dat de Aardse variant van de GGS-als-G-sleutel bij Jonkvrouwe Musica hoort.
Ik hoop dat als ik G-sleutel-Slang om Jonkvrouwe Musica heen drapeer dat de Tong van de Slang dan de Verticale Energiezuil aanwijst.
Het tekenen is een tamelijk zenuwachtig gedoe. Ben ook te weinig geoefend. Blijkbaar dien ik mijn eigen ingeving nog goed op de benodigde facetten te doorzien. Mag lijfdeel A op Aarde wel op hetzelfde punt starten als in de Hemel of niet? Maakt het uit? Na een paar dagen tekenen denk ik: 'Het maakt niet uit, de vorm en de onderlinge verhoudingen moeten goed zijn.'
De hoek waaronder de GGS in het gewelf ligt, is ook niet bepalend. Check, check, double check. Hebben nek en hoofd op de tekening wel de juiste lengte? Heb ik de hoek omhoog van nek en hoofd wel juist getekend?
Blijkbaar ben ik in de vrolijke weken van augustus 2020 ècht van moeheid in de war geweest: de door mij genoteerde afmeting van de hoek tussen muur met nek-met-hoofd van de GGS in de PowerPoint klopt niet. Waarschijnlijk een tikfout, die ik vervolgens in de begeleidende tekst ernaast heb overgenomen. De hoek meet 35 graden, geen 25 graden. Ik corrigeer de betreffende afbeelding in de PowerPoint.
Ondertussen stijgt mijn respect voor analytisch meetkundigen en 'computer' Katherine G. Johnson naar astronomische hoogten. Na meerdere proefversies en mislukkingen lukt het me de G-sleutel-Slang correct en naar wens op papier over te brengen. Dan ontdek ik dat ik met het doorzichtig maken van de tekening en een uitvergroting van een foto van de vrolijke Gekroonde Groene Slang een goede referentiemiddel in handen heb om na te gaan of mijn tekening klopt. Natuurlijk is de foto van de GGS van de grond van het priesterkoor af genomen... het is en blijft handwerk.
In de tussentijd komen apert prettige verrassingen op mijn pad. Ik wil de Aardse G-sleutel-Slang om Jonkvrouwe Musica draperen, maar op foto's loopt het mozaïek van Philosophia en de Zeven Jonkvrouwen taps toe, dus daar zit een vertekening in. Op 25 oktober vraag ik via de mail aan Catharina Scholtens om een vierkante (van boven genomen) foto van het mozaïek, maar blijkbaar bezit zij zo'n foto ook niet, want de foto die ze me stuurt, loopt ook taps toe. Nu kan ik, denk ik, met een fotoprogramma een foto wel zo bewerken dat de bovenkant breder wordt, maar... dat voelt niet goed.
Op 28 oktober denk ik 's avonds naar aanleiding van de licht bewogen glas-in-loodramen in de hoofdconcha: 'Misschien dat het grote boek 'Rolduc in Woord en Beeld' een foto bezit van het priesterkoor van Rolduc waarop de glas-in-loodramen wel goed te zien zijn...'
Ik blader wat en tref op pagina 33 het ROMAANSCH PRIESTERKOOR 1891 - 1893. Het zal een nacht duren voordat ik besef hoe perfect geslaagd die oude foto is. Terwijl ik verder blader zie ik op pagina 56 onder de tekst 'Een nieuw Altaar voor het Heilig Kruis' een wat kleinere foto van de 'Schildering in het koepelgewelf'. Het is een rechthoekige foto, en een wat vreemde combinatie van tekst en foto. Hee....!'
Op de nevenliggende pagina staat groot en vierkant het ontwerp van de mozaïekvloer van de hand van domheer Matthias Goebbels afgebeeld. Op de hoeken ontbreekt wat, maar dat mag niet deren. In de tekst over 'De Mozaïekvloer op het Koor' schrijft directeur Corten op pagina 58: De hoogeerwaarde Kan. Goebbels is onzen wens tegemoetgekomen en heeft reeds het plan ontworpen naar een manuscript van Herrad van Landsberg (Hortus deliciarum) uit de twaalfde eeuw.
Bronnen
- Corten, R., & Ruyten, A.H.M. (1904?). Rolduc in Woord en Beeld - Geschiedenis der Abdij en der Onderwijs-Inrichting. Kerkrade: Erven N. Alberts.
Linken
- Rolduc in Woord en Beeld: www.rolduc.org
---> 124 OP HET PRIESTERKOOR VAN ROLDUC - Het Verhaal van Gekroonde Groene Slang