340 MIA, EEN MODERNE JONGE VROUW

MIA LEDERER (ca. 1950/ -60). Ein Stück Glas.  50x70 cm. Foto: Thea-Warrior - 28 mei 2022.
MIA LEDERER (ca. 1950/ -60). Ein Stück Glas. 50x70 cm. Foto: Thea-Warrior - 28 mei 2022.

DE EERSTE DERTIG JAREN

Thea-Warrior

 

Niet Duitsland maar Denemarken is het geboorteland van Mia. Soms wordt Frederikssund als geboorteplaats genoemd, soms Kopenhagen. In elk geval ziet ze op 5 juli 1921 het daglicht. Nee, een tot in de details volledige  levensgeschiedenis kan ik van haar niet geven, maar in de loop der jaren heb ik catalogi, een grafiekmap en boeken met illustraties van haar hand aangeschaft. Ik bezit zelfs krantenberichten die iemand achterop enkele van haar schilderijen heeft geplakt!

Het mooiste schilderij vind ik 'Ein Stück Glas'. Een duidelijk zelfportret. Natuurlijk zit er een tweede afbeelding in verborgen!

Het schilderij ontroert me vanwege het stuk glas dat ze aan de rechterkant van haar gezicht houdt... immers het is haar rechteroog dat scheel staat. Aldus is ze geboren en lijkt het erop dat ze daardoor de wereld ècht met twee verschillende invalshoeken ziet!

 

Eerst maar enkele feiten. Vrij snel na haar geboorte verhuizen haar ouders naar Berlijn. Ze groeit er op en blijft er wonen. In een artikel in 'Berliner Leben - Tagebuch einer Weltstadt' schrijft Rudolf Lorenzen (april 1966), naar aanleiding van een interview met Mia, dat vader Wenzel op de hoek van de Bernauer en Brunnenstraße een viltwinkel, zowel een groot- als detailhandel, heeft gedreven. Daar kopen pantoffel-makers, die de vaardigheden voor dit handwerk in de gevangenis hebben geleerd, hun vilt.

'En bovenaan, helemaal bovenaan, op de viltbalen lag de kleine Mia, ze had het koud, ze had het de hele tijd koud, en bovenop de balen onder een deken was het het warmst.'

 

FRITZ ESCHEN (6 april 1949). Mia thuis aan de tekentafel. SLUB Dresden / Deutsche Fotothek
FRITZ ESCHEN (6 april 1949). Mia thuis aan de tekentafel. SLUB Dresden / Deutsche Fotothek

Volgens Rudolf Lorenzen gaat Mia op zestienjarige leeftijd stiekem naar de kunstschool. In de catalogus door Eberhard Knoch van Mia's tentoonstelling (gehouden van 29 augustus tot 19 september 1964 in het Kunstamt Berlin-Charlottenburg) wordt gewag gemaakt van het feit dat ze tussen 1939 en 1943 in Berlijn aan de Textil- und Kunstschule, de Kunstschule des Westens en aan de privé-kunstschool 'Contempora' is opgeleid. In de jaren '44-'45 werkt Mia als reclametekenaar bij de Firma Dorland.

 

Vrijwel direct na WOII, in 1946, worden tekeningen van haar gepubliceerd in 'der Insulaner', 'Der Simpl' en 'Ulenspiegel', tijdschriften voor kritiek, kunst, literatuur en satire. In 'Der Simpl' zelfs een verhaal van haar hand over de ellende in een gezin direct na de oorlog: 'Guter Morgen'. In dit jaar heeft ze ook haar eerste eerste tentoonstelling: in Berlijn in boekhandel Schoeller.

In 1947 verlucht ze het boek 'Die sieben Legenden' van Gottfried Keller met zeven grote, speelse tekeningen, die wonderwel passen bij de met wonderen gevulde verhalen.

 

Eveneens in 1947 worden twee inkttekeningen van Mia, een ingekleurd met aquarelverf, opgenomen in 'Graphik Berliner Kuenstler'. In dit kunstboek bevindt ze zich in goed gezelschap: ze is een van veertien kunstenaars die een bijdrage leveren. In de begeleidende tekst stelt Werner Fiedler dat de kunst in gevaar is... de geest is in nood - in een ernstiger mate dan de meesten het vermoeden. Kunstwerken zijn gevoelige en ontvankelijke dingen, die mensen nodig hebben, om te kunnen werken, en die door de intensiteit van onze innerlijke ervaring ervan steeds opnieuw met kracht worden geladen.

Fiedler probeert het publiek opnieuw voor kunst te interesseren. Zoals hij zegt: '... veel viel in deze jaren in puin. Maar als mensen niet opletten, gaat steeds meer van ons culturele bezit verloren: niet door bommen of brand, maar door het uitgebluste vuur van de begeestering, door de traagheid van de harten.'

Hij citeert Rodin: De onverschillige vernietigt mooie dingen door er simpelweg naar te kijken.

 

Boeiend, zoals Mia Lederer op haar manier heeft kunnen meewerken aan de opbouw van de schone kant van het bestaan.

In 1948 verschijnt een vrij donkere pentekening van haar (een twee-in-een!) in het boek Kristallkugel/ Kristallen Bol, samengesteld onder redactie van Roland Schacht en Andreas Wolff. Het is een boek over alle aspecten van boeken en de bemiddelende rol van uitgeverijen. De waarnemend burgemeester van Berlijn, Louise Schröder, schrijft in het voorwoord dat ze, in haar naam en in die van Berlijn, de uitgevers al het mogelijke aan positieve resultaten toewenst, opdat de Berlijnse creatoren door middel van het publicatiewerk, zo mogelijk weer alomvattend, de levensvreugde, de spirituele ontwikkeling en de (educatieve) Bildungsmiddelen in handen krijgen, die nodig zijn, om Berlijn en Duitsland naar een nieuwe vredevolle ontwikkeling te voeren. 

Als ik dit lees, is het alsof ik de verdrietige en depressieve gevoelens van de bewoners van dat grotendeels verwoeste, en verdeelde, Berlijn kan voelen. In hetzelfde jaar 1948 leidt Mia de illustratieklas van de Heinrich-Zernack-Schule. Natuurlijk, er moet brood op de plank komen. Daarnaast lijkt Mia mij in haar tijd een moderne, werkende, vrouw. Haar man Johannes Lederer werkt als fotograaf. Zoals in 'Der Insulaner' staat: 'Hij kan twintig beelden maken, terwijl zij er een maakt.'

Tijden veranderen; hoeveel foto's zou ik vandaag de dag kunnen maken in de tijd die Mia aan een schilderij besteedt? Honderden.

 

FRITZ ESCHEN (6 april 1949). Fotograaf Johannes Lederer met zijn echtgenote, kunstenares Mia Lederer. SLUB Dresden / Deutsche Fotothek / Fritz Eschen
FRITZ ESCHEN (6 april 1949). Fotograaf Johannes Lederer met zijn echtgenote, kunstenares Mia Lederer. SLUB Dresden / Deutsche Fotothek / Fritz Eschen

In februari 1949 wijdt Der Augenzeuge/ De Ooggetuige, het journaal in de Sovjetbezettingszone, een korte documentaire aan Mia Lederer. Samen met echtgenoot Johannes wandelt ze door hun rijk met boeken gevulde appartement en toont de kijker enkele boeken en tekeningen. 

In de tweede helft van de jaren veertig penseelt Mia elk jaar charmante tekeningen voor de reeds genoemde tijdschriften. De humor is subtiel en wrang; bij een prent uit 1947 zijn twee jonge vrouwen 'Freundinnen' van het cabaret (of van lichte zeden) met elkaar in gesprek:

          "Hij wil nu met mij gaan samenwonen."

          "Hoezo? Heb jij dan nog aardappels?"

 

Vooruit nog één laatste 'grap'; uit 'Der Ulenspiegel' van 1949. Met humor wordt de bestaande situatie, de gevolgen van de oorlog, aan de kaak gesteld: Mia tekent twee jonge in een jurk geklede vrouwen: een roodharige en een zwartharige. Ze lijken halfliggend op de grond te zitten. De roodharige omhelst van achteren de donkerharige en houdt haar borsten (één ontblote) vast. Bijgaande tekst:

          Alomvattende statistiek

          "Stel je voor, in Duitsland vallen 140 vrouwen op 100 mannen."

          "Zo - en wat doen de anderen dan?"

 

Bronnen

- Afbeelding schilderij 'Ein Stück Glas'. Mia Lederer (ca. 1950/ -60). Foto: Thea-Warrior - 28 mei 2022.

- Der Augenzeuge 1949/02. Filmdatenbank DEFA Stiftung.

Op 2 juni 2022 van https://www.defa-stiftung.de/filme/filme-suchen/der-augenzeuge-194902/

- Der Augenzeuge 1949/2. Deutsche Film- Aktiengesellschaft, DEFA. Zwart-witfilm, documentaire, Deutschland Sowjetische Zone. Na login te bekijken op: https://progress.film/record/176

- Fiedler, W. (1947). Graphik Berliner Künstler. Herbigs Kunsthefte - Heft 1. Berlin-Grunewald: F.A. Herbig Verlags Buchhandlung (Walter Kahnert).

- Foto 'Fotograaf Johannes Lederer met zijn echtgenote, kunstenares Mia Lederer'. Fotograaf Fritz Eschen (6 april 1949). SLUB/ Deutsche Fotothek / Fritz Eschen.  Op 25 mei 2022 van https://www.deutschefotothek.de

- Foto 'Mia thuis aan de tekentafel'. Fotograaf Fritz Eschen (6 april 1949). SLUB / Deutsche Fotothek / Fritz Eschen.

Op 25 mei 2022 van https://www.deutschefotothek.de

- Keller, G. (1946). Die sieben Legenden. Berlin: Pinguin-Verlag Werner Neumann-Bensel.

- Knoch. E. (1964). Mia Lederer - Ölbilder und Zeichnungen - 29. August - 19. September 1964 (catalogus). Berlin: Kunstamt Berlin-Charlottenburg.

- Lederer, M. (12 augustus 1947). Freundinnen 1947.

In: Ulenspiegel - Zeitschrift für Literatur, Kunst und Satire. Eine Auswahl, 1945-1950. Pg. 73. Berlin: Eulenspiegel Verlag.

- Lederer, M. (10 april 1949). Umfassende Statistik.

In: Ulenspiegel - Zeitschrift für Literatur, Kunst und Satire. Eine Auswahl, 1945-1950. Pg. 193. Berlin: Eulenspiegel Verlag.

- Lederer, M. (1946). Guter Morgen. Der Simpl, jaargang 1 nummer 6.

Op 2 juni 2022 van https://digi.ub.uni-heidelberg.de/diglit/simpl1946/0074/image,info

- Profil von hinten: Mia Lederer. Der Insulaner - 29 oktober 1948. Berlin: Deutscher Verlag, Günther Neumann.

- Schacht, E. en Wolff, A. red. (1948). Kristallkugel. Berlin: Berliner Verleger- un Buchhändlervereinigung.

 

Linken

Wel registeren/ inloggen!       ---> Der Augenzeuge 1949/02

 

---> 341 GOED OF GRUWELIJK? Mia in de Jaren Vijftig

---> LIEFDE 2022 IDO Inhoud

---> QUEESTE

---> HOME